Taalinhoud

In deze digitale leeromgeving kun je taalverzorging en taalbeschouwing oefenen en toetsen. Dit is de inhoud van het vierde domein dat de Expertgroep Doorlopende Leerlijnen (EDLL), ook wel commissie Meijerink genoemd, heeft onderscheiden. Het gaat bij taalbeschouwing om toepassing van de door de EDLL aangegeven begrippen.

Onder taalverzorging vallen:
  • spelling
  • werkwoordspelling
  • interpunctie en
  • formuleren.
Onder taalbeschouwing vallen:
  • redekundig ontleden en
  • taalkundig ontleden.
Voor de pabo zijn de inhoud, het niveau en de verdeling exact afgestemd op de Cito-taaltoets voor pabo’s.

De samenstelling van een oefening of toets is altijd gerelateerd aan het niveau. Het aantal items van een onderdeel staat vast, maar de items zelf zijn variabel. Uit een database van 15.000 items worden binnen een aangegeven moeilijkheidsgraad en op basis van de vaststaande verhoudingen van de subdomeinen telkens andere zinnen opgeroepen in een andere volgorde. Op die manier maak je nooit exact dezelfde oefening of toets.

Taalniveau

Het taalniveau kun je telkens vooraf instellen op 2F, 3F of 4F. Deze niveaus zijn gerelateerd aan de door de Expertgroep Doorlopende Leerlijnen (EDLL) onderscheiden niveaus:
  • van vo fase 1, naar vo fase 2 / van vmbo naar mbo (2F);
  • van vo en mbo naar hbo (3F);
  • van vo naar wo (4F).
Het niveau van de pabo-taaltoets is 3F. Het is immers de drempel van vo en mbo naar hbo. Doordat niveaus vooraf telkens instelbaar zijn, is een opbouw in leerstof mogelijk van niveau 2F naar niveau 4F.

Werkvormen

De digitale leeromgeving van Taalweb kent verschillende onderdelen:
  • een theoretisch deel
  • een oefendeel
  • een toetsdeel

Het theoretisch deel

Hier krijg je per deelgebied uitleg. Die uitleg is in stappen opgebouwd. Deze stappen zijn gerelateerd aan de niveaus (2F, 3F, 4F). De uitleg van een lager niveau is wel zichtbaar op een hoger niveau, andersom niet. Bij de uitleg krijg je telkens veel praktische voorbeelden. Naast de uitgebreide uitleg is er een ‘opfrisuitleg’ beschikbaar: een kernachtige toelichting voor het geval je de stof eerder hebt gehad en een korte herhaling volstaat.

Het oefendeel

Voor alle domeinen zijn oefeningen opgenomen. Hierbij gaat het zowel om deeloefeningen (bijv. vervoeging werkwoorden tegenwoordige tijd) als om oefeningen waarbij het hele domein wordt getoetst (bijv. alle onderdelen redekundig ontleden). Na afloop van een oefening volgt er een totaalscore, waarbij per zin aangegeven is welke goed/fout is. Bovendien kun je per zin specifieke uitleg opvragen.

Het toetsdeel

Hier wordt onderscheid gemaakt tussen diagnostische toetsen, proeftoetsen en eindtoetsen. Een diagnostische toets geeft inzicht in de beheersing van de onderdelen binnen een bepaald domein (bijv. welke onderdelen van formuleren worden in welke mate beheerst: congruentie – contaminaties – woordgebruik – woordvolgorde). Een proeftoets en een eindtoets zijn qua vormgeving gelijk. In beide gevallen wordt de gehele stof op het aangegeven niveau getoetst in de vastgelegde verhouding. Na afloop volgt een totaalscore en een score per domein. Op die manier wordt aangegeven op welk domein je boven of onder het gewenste niveau presteert. Ook hier kun je na afloop per zin specifieke uitleg opvragen. Proeftoets en eindtoets verschillen alleen in het aantal items (50 – 150 items). Plaatje score plaatje uitleg